1960

Winternacht waarin de maan schijnt.
Waarin de hazen spelen in het hoge gras.
De vorst maakt spiegels van de sloten,
Langgerekte spiegels waarin de maan weerkaatst.
Roerloos staan de bomen,
Want als je beweegt voel je de kou nog meer.
Waar de maan schijnt,
Waar de hazen spelen in het hoge gras
Zie ik mezelf in de spiegelsloten.
Als ik ademhaal maak ik een kleine wolk.
Kijk, ik maak iets.
Kijk dan!

 

<<< TERUG